poot

{{poot}}{{/term}}

1 [ledemaat van een dier] patte 〈v.〉

2 [steunsel voor een voorwerp] pied 〈m.〉

3 [been, voet, hand van een mens] patte ⇒ 〈voet van een kind〉peton 〈m.〉

4 [handdruk] pince 〈v.〉

5 [handschrift] ↑écriture 〈v.〉

6 [handtekening] ↑signature 〈v.〉

7 [neerhaal van een letter] jambage 〈m.〉

8 [mannelijke homoseksueel] pédé 〈m.〉

♦voorbeelden:

1   〈figuurlijk〉 op zijn achterste poten gaan staan • monter sur ses grands chevaux

     de achterste poten • les pattes de derrière

     op zijn achterste poten gaan staan • monter sur ses ergots

     〈figuurlijk〉 met hangende pootjes terugkeren • revenir l'oreille basse

     〈figuurlijk〉 op hoge poten aan komen lopen • arriver en écumant (de rage)

     geef eens een poot! • donne la patte!

     pootjes geven • donner la patte

     mijn pen heeft pootjes gekregen • mon stylo s'est envolé

     〈figuurlijk〉 op zijn pootjes terechtkomen • retomber sur ses pattes

2   de poten onder het kabinet wegzagen • 〈de basis wegnemen〉 saper le gouvernement; 〈bekritiseren〉 démolir le gouvernement

     〈figuurlijk〉 iets op poten zetten • mettre sur pied qc.

     een tafel op vier poten • une table à quatre pieds

3   manke poot • patte folle

     〈figuurlijk〉 zijn poot stijf houden • ne pas lâcher pied

     iemand pootje haken • faire un croche-pied à qn.; 〈figuurlijk〉 faire un croc-en-jambe à qn.

     geen poot meer kunnen verzetten • ne plus pouvoir mettre un pied devant l'autre

     〈figuurlijk〉 zijn poten thuishouden • garder ses mains dans sa poche

     iemand een poot uitdraaien • 〈bedriegen〉 rouler qn.; 〈dwarszitten〉 tirer dans les pattes à qn.

     blijf er af met je poten! • bas les pattes!

     geen poot aan de grond krijgen • n'avoir aucune chance de succès

     〈figuurlijk〉 geen poot meer buiten de deur zetten • ne plus mettre le pied dehors

     geen poot uitsteken • ne pas remuer le petit doigt

     geen poot verzetten • ne pas bouger d'un pouce

     geen poot hebben om op te staan • ne pas faire le poids

4   iemand een poot geven • serrer la pince à qn.

6   zijn poot zetten • signer

7   een m heeft drie poten • le m a trois jambages

8   van de poot zijn • en être

¶   de poten van een bril • les branches d'une paire de lunettes

     op zijn poot spelen • réagir violemment

     een brief op poten schrijven • écrire une lettre dans laquelle on ne mâche pas ses mots

Deens-Russisch woordenboek. 2015.